De computer die IP -adressen opslaat, wordt een router genoemd .
Dit is waarom:
* routers zijn de poortwachters van netwerken: Ze verbinden verschillende netwerken samen en beheren de gegevensstroom ertussen.
* IP -adressen zijn essentieel voor communicatie: Elk apparaat op een netwerk heeft een uniek IP -adres nodig om te worden geïdentificeerd en te communiceren met andere apparaten.
* Routers houden IP -adressen bij: Ze behouden een tabel genaamd een ARP -cache die IP -adressen toewijst naar fysieke Mac -adressen. Dit helpt hen om datapakketten door te sturen naar de juiste bestemming.
Andere relevante termen:
* DHCP -server: Een server die IP -adressen automatisch aan apparaten op een netwerk toewijst. Routers hebben vaak ingebouwde DHCP-serverfunctionaliteit.
* DNS -server: Een server die domeinnamen (zoals Google.com) vertaalt in IP -adressen.
* firewall: Een beveiligingssysteem dat inkomend en uitgaande netwerkverkeer filtert op basis van regels.
Opmerking: Hoewel individuele computers op een netwerk hun eigen IP -adressen hebben, slaan ze meestal niet de IP -adressen van andere apparaten op het netwerk op. Dit is in de eerste plaats de rol van de router. |