Het deel van een IPv4 -adres dat een bepaalde netwerkinterface op het netwerk specificeert, is de laatste octet (De laatste groep getallen gescheiden door een periode).
Dit is waarom:
* Netwerkadres: De eerste drie octetten van een IPv4 -adres identificeren meestal het netwerk zelf. Dit wordt bepaald door het subnetmasker.
* Hostadres: Het laatste octet vertegenwoordigt het specifieke apparaat (host) binnen dat netwerk.
Voorbeeld:
Laten we zeggen dat het IP -adres 192.168.1.100 is en het subnetmasker is 255.255.255.0 .
* Netwerkadres: 192.168.1.0 (berekend door het subnetmasker toe te passen)
* Hostadres: .100 (het laatste octet, dat het specifieke apparaat op het netwerk identificeert)
Belangrijke opmerking: Hoewel het laatste octet apparaten op een netwerk onderscheidt, is dit niet de enige factor. De netwerkinterfacekaart (NIC) zelf speelt ook een rol bij het identificeren van een specifiek apparaat. |