Poort- en geheugenadressen worden uitgedrukt als numerieke waarden .
Hier is een uitsplitsing:
poortadressen:
* decimaal: Meestal worden poorten uitgedrukt als decimale getallen tussen 0 en 65535. Bijvoorbeeld poort 80 (voor HTTP) of poort 443 (voor HTTPS).
* hexadecimaal: Soms worden poorten weergegeven in hexadecimaal (basis 16), vaak voorafgegaan met "0x". Poort 80 in hexadecimaal is bijvoorbeeld 0x50.
geheugenadressen:
* hexadecimaal: Geheugenadressen worden bijna altijd uitgedrukt in hexadecimaal, vaak met voorvoegsels zoals "0x" of "0x". Dit zorgt voor kortere en meer leesbare representaties, vooral bij het omgaan met grote geheugenruimtes. Een geheugenadres kan bijvoorbeeld worden weergegeven als "0x1000" of "0x7fffffff".
* binair: Hoewel minder gebruikelijk, kunnen geheugenadressen ook worden weergegeven in binair (basis 2), waarbij elk cijfer een enkel bit vertegenwoordigt. Dit is handig voor het begrijpen van de onderliggende hardware -architectuur.
Waarom numerieke waarden?
Computers werken met binaire gegevens en numerieke waarden zijn een natuurlijke manier om adressen weer te geven. Deze waarden worden vervolgens geïnterpreteerd door de hardware en software om specifieke bronnen te vinden (zoals poorten of geheugenlocaties).
Voorbeelden:
* Een webserver die luistert op poort 80:`port =80`
* Een programma toegang tot geheugenlocatie 0x1000:`Adres =0x1000`
Belangrijke opmerking: Het specifieke formaat (decimaal, hexadecimaal, enz.) Kan variëren, afhankelijk van de context en de gebruikte hulpmiddelen. |