IP (Internet Protocol) wordt beschouwd als een best-effort-protocol omdat het geen garanties biedt over de levering, bestelling of integriteit van datapakketten. Het doet gewoon zijn best om ze te leveren, maar het biedt geen mechanismen om de betrouwbaarheid te garanderen. Hier is een overzicht:
* Geen leveringsgarantie: IP belooft niet dat elk pakket zijn bestemming zal bereiken. Pakketten kunnen verloren gaan als gevolg van netwerkopstoppingen, routerstoringen of andere problemen. Er is geen ingebouwd mechanisme voor doorgifte.
* Geen bestelgarantie: Pakketten kunnen in de verkeerde volgorde aankomen. IP garandeert niet dat pakketten die opeenvolgend worden verzonden, opeenvolgend worden ontvangen. De routeringspaden van verschillende pakketten kunnen variëren, wat leidt tot verschillen in aankomsttijd.
* Geen integriteitsgarantie: IP biedt geen bescherming tegen gegevenscorruptie. Pakketten kunnen tijdens de verzending worden gewijzigd zonder dat IP dit detecteert. Er is geen ingebouwde foutdetectie of -correctie.
In wezen biedt IP een mechanisme voor het adresseren en doorsturen van pakketten, maar het laat de verantwoordelijkheid voor het garanderen van betrouwbare gegevensoverdracht over aan protocollen op een hogere laag, zoals TCP (Transmission Control Protocol). TCP bouwt voort op IP om betrouwbare, geordende en op fouten gecontroleerde levering te bieden. UDP (User Datagram Protocol), een ander transportlaagprotocol dat bovenop IP is gebouwd, maakt ook gebruik van de beste inspanningen van IP, maar biedt noch betrouwbaarheid noch orde.
Vanwege het ‘best effort’-karakter is IP efficiënt en eenvoudig. Deze eenvoud is cruciaal voor zijn rol in de schaalbaarheid van het internet. Applicaties die betrouwbaarheid vereisen, moeten echter een protocol uit een hogere laag gebruiken dat deze garanties biedt, bovenop de basisdoorstuurservice van IP. |