Het internet is gebaseerd op een complex web van technologieën, maar de fundamentele die computernetwerken verbinden zijn:
1. Fysieke laag:
* Vezeloptische kabels: Hoge snelheid, langeafstandstransmissie met behulp van lichtpulsen.
* coaxkabels: Draag elektrische signalen over een centrale geleider omringd door isolatie.
* Twisted Pair -kabels: Twee geïsoleerde draden verdraaiden samen om interferentie te verminderen.
* draadloze technologieën:
* wi-fi: Gebruikt radiogolven voor communicatie op korte afstand.
* Cellulaire netwerken: Mobiele netwerken die radiogolven gebruiken voor communicatie over een breder gebied.
* Satelliet -internet: Gebruikt satellieten om externe gebieden te verbinden.
2. Gegevenslinklaag:
* Ethernet: Een veelgebruikte standaard voor het aansluiten van apparaten op een lokaal gebiedsnetwerk (LAN).
* wi-fi: Gebruikt een standaard set protocollen om draadloze communicatie te beheren.
* Frame Relay: Een verbindingsgerichte pakket-switching-technologie.
* ATM (asynchrone overdrachtsmodus): Een snelle netwerktechnologie die gegevens in cellen met een vaste grootte verzendt.
3. Netwerklaag:
* IP (internetprotocol): Verantwoordelijk voor het aanpakken en routeren van datapakketten via netwerken.
* routingprotocollen: Net als RIP (Routing Information Protocol) en OSPF (eerst kortste pad open), bepaal het beste pad voor gegevens om te reizen.
* Netwerkadresvertaling (NAT): Hiermee kunnen meerdere apparaten op een privénetwerk een enkel openbaar IP -adres delen.
4. Transportlaag:
* TCP (transmissiecontroleprotocol): Biedt betrouwbare, geordende levering van gegevens met foutcontrole.
* udp (User Datagram Protocol): Een sneller, minder betrouwbaar protocol dat geen levering garandeert.
* SCTP (Stream Control Transmission Protocol): Een transportlaagprotocol ontworpen voor krachtige, betrouwbare gegevensoverdracht.
5. Toepassingslaag:
* http (hypertext transfer protocol): Gebruikt voor het overbrengen van webpagina's en andere inhoud via internet.
* SMTP (Simple Mail Transfer Protocol): Gebruikt voor het verzenden en ontvangen van e -mail.
* dns (domeinnaamsysteem): Vertaalt mens-leesbare domeinnamen in IP-adressen.
* ftp (bestandsoverdrachtsprotocol): Gebruikt voor het overbrengen van bestanden tussen computers.
Naast deze kerntechnologieën dragen veel andere technologieën bij aan de functionaliteit van internet:
* Cloud computing: Biedt opslag- en computerbronnen op afstand.
* virtualisatie: Hiermee kunnen meerdere virtuele machines worden uitgevoerd op een enkele fysieke server.
* Internet of Things (IoT): Verbindt alledaagse apparaten op internet.
* kunstmatige intelligentie (AI): Gebruikt om internetdiensten zoals zoekmachines en aanbevelingssystemen te verbeteren.
Deze technologieën werken samen in een complex en constant evoluerend ecosysteem om het enorme en krachtige netwerk te creëren dat we internet noemen. |