Er is geen enkel protocol dat inherent internettoegang voorkomt in een werkgroepnetwerk. Werkgroepen zelf Voorkom niet inherent internettoegang.
Dit is waarom:
* Werkgroepen zijn peer-to-peer: Computers in een werkgroep zijn gelijk aan en delen bronnen rechtstreeks zonder een centrale server. Dit maakt het voor gebruikers gemakkelijker om samen te werken aan gedeelde bestanden en printers.
* Internettoegang hangt af van andere factoren: Of een werkgroepcomputer toegang heeft tot internet, hangt af van:
* Netwerkconfiguratie: Het netwerk moet worden geconfigureerd om verkeer naar internet te routeren.
* Internetconnectiviteit: Het netwerk moet een actieve internetverbinding hebben.
* Firewall -instellingen: Firewalls op individuele computers of het netwerk zelf kunnen internettoegang blokkeren.
* beleid: De organisatie kan beleid hebben dat internettoegang beperkt voor bepaalde gebruikers of computers.
Om geen internettoegang in een werkgroep te bereiken, heeft u meestal een combinatie van maatregelen nodig:
1. loskoppelen van internet: De meest directe manier is om het netwerk los te koppelen van elke internetverbinding.
2. Firewall -regels: Configureer firewalls om het uitgaande verkeer te blokkeren naar internetadressen.
3. Netwerksegmentatie: Maak afzonderlijke netwerksegmenten voor werkgroepcomputers en beperk internettoegang tot het werkgroepsegment.
4. Proxyserver: Implementeer een proxyserver die internettoegang kan regelen en specifieke websites of services kan blokkeren.
5. Inhoudsfiltering: Gebruik software om webinhoud te filteren en toegang tot specifieke websites te voorkomen.
Samenvattend: Werkgroepen zelf blokkeren geen internettoegang. In plaats daarvan moet u actief netwerkinstellingen, firewalls en beveiligingsmaatregelen configureren om internettoegang voor specifieke apparaten of gebruikers binnen een werkgroepnetwerk te voorkomen. |