TCP (Transmission Control Protocol) en UDP (User Datagram Protocol) zijn twee van de belangrijkste protocollen die worden gebruikt in de Internet Protocol (IP)-netwerksuite. Ze worden beide gebruikt voor gegevensoverdracht, maar ze werken op verschillende manieren en hebben verschillende sterke en zwakke punten.
TCP is een verbindingsgericht protocol. Dit betekent dat voordat gegevens via TCP kunnen worden verzonden, er een verbinding tot stand moet worden gebracht tussen de verzendende en ontvangende hosts. Deze verbinding wordt tot stand gebracht via een drieweg-handshake. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, kunnen gegevens in beide richtingen worden verzonden. TCP garandeert dat gegevens betrouwbaar, geordend en zonder duplicatie worden aangeleverd. Als er gegevens verloren gaan of beschadigd raken tijdens de verzending, zal TCP deze automatisch opnieuw verzenden.
UDP is een verbindingsloos protocol. Dit betekent dat er geen verbinding hoeft te worden gemaakt voordat gegevens via UDP kunnen worden verzonden. Dit kan efficiënter zijn dan TCP, vooral bij het verzenden van kleine hoeveelheden gegevens of gegevens waarvoor geen betrouwbare levering in de juiste volgorde hoeft te worden gegarandeerd. UDP garandeert echter niet dat gegevens betrouwbaar, in volgorde of zonder duplicatie worden geleverd. Als er gegevens verloren gaan of beschadigd raken tijdens de verzending, zal UDP deze niet automatisch opnieuw verzenden.
Hier is een tabel die de belangrijkste verschillen tussen TCP en UDP samenvat:
| Kenmerk | TCP | UDP |
|---|---|---|
| Verbindingsgericht | Ja | Nee |
| Betrouwbaar | Ja | Nee |
| Levering op bestelling | Ja | Nee |
| Gegarandeerd geen duplicatie | Ja | Nee |
| Overhead | Hoger | Lager |
Over het algemeen wordt TCP gebruikt voor toepassingen die een betrouwbare, in de juiste volgorde aanleveren van gegevens vereisen, zoals bestandsoverdracht en e-mail. UDP wordt gebruikt voor toepassingen die snel en efficiënt data moeten versturen, zoals VoIP en online gaming. |