Adressering in netwerken verwijst naar de unieke identificatiegegevens die zijn toegewezen aan apparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Met deze adressen kunnen apparaten met elkaar communiceren en toegang krijgen tot netwerkbronnen. In netwerken worden verschillende soorten adressen gebruikt, afhankelijk van het netwerkprotocol en de architectuur.
1. Internet Protocol (IP)-adres:
- Een IP-adres is het meest voorkomende type netwerkadres. Het wordt gebruikt in netwerken die de Internet Protocol (IP)-suite volgen.
- Een IP-adres bestaat uit een reeks cijfers, gescheiden door punten (punten). Dit kan een IPv4-adres zijn (bijvoorbeeld 192.168.1.1) of een IPv6-adres (bijvoorbeeld 2001:db8:0:1234:0:567:8:1).
- Elk IP-adres wordt toegewezen aan een netwerkinterface (bijvoorbeeld een Ethernet-poort) van een apparaat, waardoor het via een netwerk kan communiceren.
2. Media Access Control (MAC)-adres:
- Een MAC-adres is een unieke identificatie die aan elke netwerkinterface in een apparaat wordt toegewezen. Het wordt gebruikt in Ethernet- en Wi-Fi-netwerken voor lokale communicatie.
- MAC-adressen worden doorgaans uitgedrukt als een combinatie van hexadecimale cijfers en dubbele punten (bijvoorbeeld 00:11:22:33:44:55).
- MAC-adressen worden toegewezen door de fabrikant van de netwerkinterface en worden doorgaans in de hardware gebrand.
3. Uniforme bronzoeker (URL):
- Een URL is een adresseringsschema dat wordt gebruikt om bronnen op internet te identificeren. Het specificeert het protocol, de domeinnaam en het specifieke pad om toegang te krijgen tot een bron.
- De URL 'https://www.example.com/index.html' identificeert bijvoorbeeld de bron 'index.html' die zich op de webserver 'www.example.com' bevindt met behulp van het HTTPS-protocol.
4. Domeinnaamsysteem (DNS) Adres:
- DNS-adressen zijn voor mensen leesbare namen die aan IP-adressen zijn gekoppeld. Ze bieden een handige manier om online bronnen te onthouden en te openen door namen te gebruiken in plaats van numerieke IP-adressen.
- Wanneer u een domeinnaam (bijvoorbeeld "www.google.com") in een webbrowser typt, vertaalt de DNS deze naar het overeenkomstige IP-adres, waardoor de browser verbinding kan maken met de gewenste website.
Dit zijn enkele van de meest gebruikte adresseringsschema's in netwerken. Elk adrestype dient een specifiek doel en vergemakkelijkt de communicatie en toegang tot bronnen binnen een netwerk. |