Veel subnetmaskers kunnen worden gebruikt met het IP-adres 10.10.10.1. De keuze hangt af van de grootte van het netwerk dat je nodig hebt. Hier zijn een paar voorbeelden:
* 255.255.255.0 (/24): Dit is een veelgebruikt subnetmasker, wat resulteert in een netwerk met 254 bruikbare IP-adressen.
* 255.255.255.128 (/25): Dit levert een netwerk op met 126 bruikbare IP-adressen.
* 255.255.255.192 (/26): Dit levert u 62 bruikbare IP-adressen op.
* 255.255.255.224 (/27): Dit levert 30 bruikbare IP-adressen op.
* 255.255.255.240 (/28): Dit levert u 14 bruikbare IP-adressen op.
* 255.255.255.248 (/29): Dit levert 6 bruikbare IP-adressen op.
* 255.255.255.252 (/30): Dit geeft u 2 bruikbare IP-adressen (meestal gebruikt voor point-to-point-verbindingen).
De `/xx`-notatie vertegenwoordigt de CIDR-notatie, die het aantal bits aangeeft dat wordt gebruikt voor het netwerkgedeelte van het IP-adres. Het subnetmasker is hiervan afgeleid. De keuze van het subnetmasker hangt volledig af van de grootte van uw netwerk en de adresvereisten. |