Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP)-configuratie verwijst naar het proces van het instellen en beheren van de DHCP-service op een netwerk om automatisch IP-adressen, subnetmaskers en andere netwerkparameters toe te wijzen aan apparaten die verbinding maken met het netwerk.
DHCP is een netwerkprotocol waarmee apparaten in een netwerk een IP-adres en andere netwerkinstellingen kunnen verkrijgen van een centrale DHCP-server. Door gebruik te maken van DHCP kunnen netwerkbeheerders de toewijzing van IP-adressen centraal beheren, waardoor het eenvoudiger wordt om apparaten aan het netwerk toe te voegen of te verwijderen en ervoor te zorgen dat alle apparaten geldige IP-adressen hebben.
Om DHCP te configureren moeten netwerkbeheerders een DHCP-server instellen en de netwerkinstellingen opgeven die aan apparaten moeten worden toegewezen. Dit omvat doorgaans het opgeven van het IP-adresbereik dat de DHCP-server kan toewijzen, het subnetmasker, de standaardgateway en de DNS-serveradressen.
Zodra de DHCP-server is geconfigureerd, ontvangen apparaten die verbinding maken met het netwerk automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen van de DHCP-server. Hierdoor kunnen apparaten eenvoudig lid worden van het netwerk en communiceren met andere apparaten op het netwerk zonder dat de netwerkinstellingen handmatig moeten worden geconfigureerd.
DHCP-configuratie is een belangrijke taak bij netwerkbeheer, omdat deze ervoor zorgt dat apparaten in het netwerk geldige IP-adressen hebben en met elkaar kunnen communiceren. Het vereenvoudigt ook het netwerkbeheer door de toewijzing van IP-adressen te centraliseren en de noodzaak voor handmatige configuratie van netwerkinstellingen te verminderen. |