1. HTTP en HTTPS
HTTP (Hypertext Transfer Protocol) en HTTPS (Hypertext Transfer Protocol Secure) zijn de meest gebruikte protocollen voor extranetcommunicatie. HTTP wordt gebruikt voor het verzenden van niet-gecodeerde gegevens, terwijl HTTPS wordt gebruikt voor het verzenden van gecodeerde gegevens.
2. FTP (File Transfer Protocol)
FTP is een protocol voor bestandsoverdracht waarmee gebruikers bestanden tussen computers kunnen overbrengen. FTP wordt vaak gebruikt voor het overbrengen van grote bestanden of voor het delen van bestanden tussen verschillende afdelingen binnen een organisatie.
3. Telnet
Telnet is een protocol voor extern inloggen waarmee gebruikers zich kunnen aanmelden bij een externe computer en toegang kunnen krijgen tot de bronnen ervan. Telnet wordt vaak gebruikt voor het beheren van servers en voor toegang tot applicaties die op een externe computer worden gehost.
4. SSH (Secure Shell)
SSH is een veilig protocol voor inloggen op afstand dat sterke authenticatie en codering voor gegevensoverdracht biedt. SSH wordt vaak gebruikt voor toegang tot servers en voor het overbrengen van gevoelige gegevens.
5. VPN (virtueel particulier netwerk)
VPN is een particulier netwerk waarmee gebruikers veilig toegang kunnen krijgen tot een particulier netwerk via een openbaar netwerk. VPN's worden vaak gebruikt om vanaf een externe locatie verbinding te maken met het intranet van een organisatie. |