Een supernet is een type netwerk dat meerdere kleinere netwerken combineert tot één groter netwerk. Dit wordt gedaan door één enkel IP-adres te gebruiken voor alle kleinere netwerken en vervolgens subnetten te gebruiken om het grotere netwerk in kleinere segmenten te verdelen.
Supernets kunnen worden gebruikt om de netwerkefficiëntie en -beveiliging te verbeteren. Door meerdere netwerken in één netwerk te combineren, is het eenvoudiger om het netwerk te beheren en problemen op te lossen. Bovendien kunnen supernets de beveiliging helpen verbeteren door het voor ongeautoriseerde gebruikers moeilijker te maken toegang tot het netwerk te krijgen.
Er zijn twee hoofdtypen supernets:
* Klasseloze routering tussen domeinen (CIDR) :CIDR is een supernetting-standaard die in de jaren negentig is ontwikkeld. CIDR gebruikt een subnetmasker met variabele lengte om een netwerk in kleinere segmenten te verdelen. Dit maakt een efficiënter gebruik van IP-adressen mogelijk en maakt het eenvoudiger om netwerken te beheren en problemen op te lossen.
* Subnetmasker met variabele lengte (VLSM) :VLSM is een supernetting-standaard die begin jaren negentig werd ontwikkeld. VLSM gebruikt een subnetmasker met variabele lengte om een netwerk in kleinere segmenten te verdelen. Dit maakt een efficiënter gebruik van IP-adressen mogelijk en maakt het eenvoudiger om netwerken te beheren en problemen op te lossen.
Supernets zijn een krachtig hulpmiddel dat kan worden gebruikt om de netwerkefficiëntie en -beveiliging te verbeteren. Door meerdere netwerken in één netwerk te combineren, is het eenvoudiger om het netwerk te beheren en problemen op te lossen. Bovendien kunnen supernets de beveiliging helpen verbeteren door het voor ongeautoriseerde gebruikers moeilijker te maken toegang tot het netwerk te krijgen. |