Het concept van Ethernet-botsingen, in de context van traditioneel CSMA/CD (Carrier Sense Multiple Access with Collision Detection) Ethernet, is grotendeels achterhaald vanwege de prevalentie van geschakelde netwerken. Het begrijpen ervan biedt echter context voor netwerkfundamentals. Bij CSMA/CD Ethernet waren er hoofdzakelijk twee soorten botsingen:
1. Gegevensbotsingen: Dit waren de meest voorkomende soorten. Ze deden zich voor toen twee of meer apparaten op hetzelfde botsingsdomein (een segment van een netwerk waar botsingen konden plaatsvinden) tegelijkertijd gegevens verzonden. Omdat de apparaten elkaar niet "hoorden" voordat ze gingen zenden (vanwege de inherente beperkingen van CSMA/CD), interfereerden hun signalen, waardoor de gegevens aan beide kanten beschadigd raakten.
2. Late botsingen: Deze kwamen minder vaak voor. Er vond een late botsing plaats toen een apparaat een botsing detecteerde *nadat* het al een aanzienlijk deel van zijn frame had verzonden. Terwijl databotsingen vanaf het begin het hele frame vernietigden, zorgden late botsingen ervoor dat een deel van het frame werd ontvangen voordat de botsing werd gedetecteerd. Dit zou kunnen leiden tot iets complexere herstelprocessen op het netwerk.
Het is belangrijk om te onthouden dat moderne Ethernet-netwerken die gebruikmaken van switches botsingen vrijwel elimineren. Switches creëren voor elke poort afzonderlijke botsingsdomeinen, waardoor gelijktijdige verzending naar een gedeeld medium wordt voorkomen. Daarom zijn de hierboven beschreven soorten botsingen grotendeels een historisch artefact. Hoewel er in de netwerkdiagnostiek nog enige terminologie over botsingen kan blijven bestaan, is het daadwerkelijk optreden van deze gebeurtenissen in moderne netwerken uiterst zeldzaam. |