De IEEE 802.11-standaard definieert geen drie specifieke *gebieden* in geografische of functionele zin. In plaats daarvan worden verschillende aspecten van de draadloze LAN-werking gedefinieerd die op verschillende manieren kunnen worden gecategoriseerd. Er is geen universeel overeengekomen verdeling in “drie gebieden”.
U kunt de specificaties echter aantoonbaar in drie brede categorieën groeperen:
1. Fysieke laag (PHY): Dit specificeert de radiofrequentiekarakteristieken, modulatieschema's, datasnelheden en fysieke signalering die worden gebruikt voor draadloze communicatie. Verschillende 802.11-standaarden (zoals a/b/g/n/ac/ax) definiëren verschillende PHY-specificaties.
2. Mediatoegangscontrolelaag (MAC): Deze laag beheert de toegang tot het draadloze medium en zorgt ervoor dat meerdere apparaten het draadloze kanaal zonder botsingen kunnen delen. Dit omvat protocollen zoals CSMA/CA (Carrier Sense Multiple Access with Collision Vermijding) en verschillende mechanismen voor het afhandelen van netwerkverkeer.
3. Beheer en beveiliging: Dit omvat de protocollen en mechanismen voor het beheer van het draadloze netwerk, inclusief authenticatie (zoals WPA2/3), associatie met toegangspunten, roaming tussen toegangspunten en energiebeheer.
Het is belangrijk op te merken dat dit één interpretatie is en dat andere categoriseringen mogelijk zijn. De standaard is vrij complex en omvat veel meer specifieke details dan deze drie brede gebieden. |