Er is niet één "beste" seriële of parallelle poort, omdat de optimale keuze volledig afhangt van de toepassing en het technologische tijdperk dat wordt overwogen. Deze interfaces zijn grotendeels verouderd voor algemeen computergebruik en worden vervangen door USB, Ethernet en andere moderne standaarden.
Seriële poorten (RS-232, enz.):
* Voordelen (historisch gezien): Eenvoudig, goedkoop en goed voor point-to-point-communicatie met lage tot gemiddelde snelheden (bijvoorbeeld verbinding maken met modems en oudere randapparatuur). Ze waren tientallen jaren alomtegenwoordig.
* Nadelen: Lage bandbreedte vergeleken met moderne standaarden, relatief korte kabellengtes zonder signaalverslechtering en verschillende variaties (RS-232, RS-422, RS-485) die compatibiliteitsproblemen veroorzaken. Ze worden nu vooral gebruikt in industriële omgevingen en nichetoepassingen. Er is geen universeel "beste" versie, het juiste type hangt af van de specifieke behoeften (afstand, ruisimmuniteit, aantal apparaten).
Parallelle poorten (Centronics, IEEE 1284):
* Voordelen (historisch gezien): Hogere bandbreedte dan seriële poorten, waardoor snellere gegevensoverdracht mogelijk is (bijvoorbeeld printers).
* Nadelen: Beperkte kabellengte, complexe signalering en gevoelig voor interferentie. Zij ondervonden knelpunten vanwege het parallelle karakter van de verbinding. Ze zijn vrijwel geheel achterhaald. De parallelle poort van Centronics was de meest voorkomende. IEEE 1284 probeerde het te verbeteren, maar kreeg nooit een brede acceptatie voor algemeen computergebruik.
Samengevat:
Als u met oudere apparatuur werkt waarvoor een seriële of parallelle poort nodig is, moet u bepalen welk specifiek type nodig is (bijvoorbeeld RS-232, Centronics) op basis van de specificaties van het apparaat. Voor moderne toepassingen wordt het gebruik van USB, Ethernet of andere hedendaagse interfaces sterk aanbevolen. Er is geen "beste" uit een historische vergelijking, omdat de optimale keuze volledig afhangt van wat u aansluit. |