Het protocol dat wordt gebruikt om het bestemmingsadres te ontdekken dat aan een Ethernet -frame moet worden toegevoegd, is ARP (adresresolutieprotocol) .
Hier is hoe het werkt:
1. Wanneer een apparaat gegevens naar een ander apparaat op hetzelfde lokale netwerk moet verzenden, kent het het IP -adres van het bestemmingapparaat. Ethernet -frames vereisen echter een MAC -adres, wat een unieke identificatie is voor elk apparaat op het netwerk.
2. Het verzendapparaat verzendt een ARP -verzoek. Dit verzoek zendt uit op het lokale netwerk en vraagt "wie heeft dit IP -adres?"
3. Het apparaat met het bijpassende IP -adres reageert met een ARP -antwoord, het mac -adres verstrekken.
4. Het verzendapparaat gebruikt vervolgens het ontvangen MAC -adres om het Ethernet -frame te maken. Dit frame wordt vervolgens naar het bestemmingsapparaat verzonden.
Kortom, ARP is de brug tussen IP -adressen (logische adressen) en MAC -adressen (fysieke adressen) op een lokaal netwerk. |