Alle Ethernet -implementaties delen deze fundamentele elementen:
Fysieke laag:
* Carrier Sense meerdere toegang met botsingsdetectie (CSMA/CD): Dit protocol bepaalt hoe apparaten het netwerk delen. Apparaten luisteren voordat ze worden verzonden, en als ze een ander apparaat detecteren dat al wordt verzonden, wachten ze voordat ze hun eigen gegevens verzenden.
* Mac (mediatoegangsbesturing) Adres: Elk Ethernet-apparaat heeft een uniek 48-bit MAC-adres, dat wordt gebruikt om het apparaat op het netwerk te identificeren.
* Fysiek medium: Hoewel Ethernet verschillende fysieke media kan gebruiken, zoals Twisted-Pair-kabel, glasvezelkabel of zelfs draadloos, vereist het een fysieke verbinding voor gegevensoverdracht.
Gegevenslinklaag:
* framing: Ethernet -gegevens zijn ingekapseld in frames met specifieke headers en trailers. Deze frames bevatten informatie zoals bron- en bestemmings -MAC -adressen, gegevenstype en foutdetectiecodes.
* Foutdetectie: Ethernet gebruikt controlesums (bijv. CRC) om fouten te detecteren tijdens gegevensoverdracht.
Andere gemeenschappelijke elementen:
* gebaseerde normen: Ethernet wordt gedefinieerd door gestandaardiseerde specificaties (IEEE 802.3) die zorgen voor interoperabiliteit tussen apparaten van verschillende fabrikanten.
* schaalbaarheid: Ethernet kan gemakkelijk worden geschaald om een breed scala aan netwerkgroottes te ondersteunen, van kleine thuisnetwerken tot grote bedrijfsnetwerken.
* Kosteneffectiviteit: Ethernet is een zeer kosteneffectieve technologie in vergelijking met andere netwerktechnologieën.
variaties tussen implementaties:
Hoewel deze elementen gemeenschappelijk zijn voor alle Ethernet -implementaties, zijn er ook variaties afhankelijk van de specifieke implementatie:
* snelheid: Ethernet -snelheden variëren aanzienlijk, van 10 Mbps tot 100 Gbps en daarna.
* Kabeltype: Verschillende soorten kabels worden gebruikt voor verschillende snelheden en afstanden.
* Fysieke laagstandaarden: Verschillende fysieke laagstandaarden (bijv. 10Base-T, 100Base-TX, 1000Base-T) definiëren de specifieke elektrische of optische signalen die worden gebruikt voor gegevensoverdracht.
In wezen houden alle Ethernet -implementaties zich aan een gemeenschappelijke set principes en normen die zorgen voor betrouwbaarheid, interoperabiliteit en schaalbaarheid van gegevensverzending, terwijl variaties in snelheid, kabeltype en fysieke laagstandaarden mogelijk zijn. |