Ethernet-netwerken gebruiken een techniek genaamd Carrier Sense Multiple Access met Collision Detection (CSMA/CD) om de toegang tot het gedeelde medium te controleren. Bij CSMA/CD luistert elk knooppunt naar het medium voordat het gaat verzenden. Als het medium inactief is, kan het knooppunt zijn gegevens verzenden. Als het medium echter bezet is, moet het knooppunt wachten totdat het medium inactief is voordat het kan verzenden.
Naast het luisteren naar verkeer op het medium, controleert elk knooppunt ook op botsingen. Er is sprake van een botsing als twee of meer knooppunten tegelijkertijd zenden. Wanneer er een botsing plaatsvindt, stoppen alle bij de botsing betrokken knooppunten met zenden en wachten ze een willekeurige tijd voordat ze opnieuw proberen te zenden.
Het CSMA/CD-protocol zorgt ervoor dat slechts één knooppunt tegelijk verzendt, wat botsingen en gegevensbeschadiging voorkomt. CSMA/CD kan echter ook inefficiënt zijn, vooral als er veel verkeer op het netwerk is. Dit komt omdat knooppunten mogelijk moeten wachten tot het medium inactief is voordat ze kunnen verzenden, zelfs als er maar een paar knooppunten op het netwerk zijn.
Om de efficiëntie van Ethernet-netwerken te verbeteren, is een aantal andere toegangscontroleprotocollen ontwikkeld. Deze protocollen, zoals full-duplex Ethernet en geschakeld Ethernet, maken het mogelijk dat meerdere knooppunten tegelijkertijd kunnen verzenden zonder botsingen te veroorzaken. |