Parallelle poorten worden niet gebruikt voor communicatie over lange afstanden, voornamelijk vanwege hun gevoeligheid voor ruis en signaalverslechtering over langere kabels. Hier is een overzicht:
* Signaalinterferentie: Parallelle poorten verzenden gegevens tegelijkertijd via meerdere draden. Deze draden zijn kwetsbaar voor elektromagnetische interferentie (EMI) en radiofrequentie-interferentie (RFI) van omringende apparaten en de omgeving. Hoe langer de kabel, hoe groter de kans op signaalcorruptie als gevolg van deze interferentie. Zelfs kleine hoeveelheden ruis kunnen bits omdraaien, wat tot gegevensfouten kan leiden.
* Signaalverzwakking: Elektrische signalen verzwakken (verzwakken) terwijl ze langs een kabel reizen. Over lange afstanden kan het signaal te zwak worden om betrouwbaar door het ontvangende apparaat te worden geïnterpreteerd. Dit effect wordt versterkt in parallelle poorten vanwege de meerdere draden die tegelijkertijd gegevens transporteren.
* Beëindigingsproblemen: Een goede afsluiting is cruciaal voor betrouwbare signaaloverdracht in parallelle poorten, maar wordt steeds complexer en uitdagender met langere kabels. Onjuiste afsluiting kan leiden tot reflecties en signaalvervorming, waardoor de gegevensintegriteit verder wordt aangetast.
* Kosten en complexiteit: Hoewel korte parallelle kabels goedkoop zijn, zouden de kosten en complexiteit van het ontwerpen en onderhouden van parallelle transmissiesystemen over lange afstand onbetaalbaar zijn. De behoefte aan uitgebreide afscherming, versterking en gespecialiseerde bekabeling zou het aanzienlijk duurder maken dan andere communicatiemethoden.
Seriële communicatiemethoden (zoals RS-232, USB of glasvezel) zijn daarentegen veel beter geschikt voor transmissie over lange afstanden, omdat ze gegevens bit voor bit over één enkele draad verzenden, waardoor ze minder gevoelig zijn voor ruis en verzwakking. Ze bevatten doorgaans ook mechanismen voor foutcorrectie en signaalregeneratie om de gegevensintegriteit over lange afstanden te behouden. |