De twee belangrijkste functies van een router zijn:
1. Routing: Dit is de primaire functie:het bepalen van het beste pad om datapakketten tussen netwerken door te sturen. Het onderzoekt het bestemmings-IP-adres van elk pakket en gebruikt routeringstabellen (die statisch kunnen zijn geconfigureerd of dynamisch kunnen worden geleerd) om te beslissen waar het pakket vervolgens naartoe moet worden gestuurd.
2. Pakket doorsturen: Zodra de route is bepaald, stuurt de router het pakket door naar de volgende hop op het gekozen pad. Dit houdt in dat het pakket van de inkomende interface naar de juiste uitgaande interface wordt verplaatst. |