Nee, de netwerklaag doet niet Gebruik fysieke adressen (MAC -adressen) om gegevens naar bestemmingshosts te routeren. Dit is waarom:
* Netwerklaag maakt gebruik van logische adressen (IP -adressen): De netwerklaag is verantwoordelijk voor het routeren van datapakketten via netwerken. Het doet dit door logische adressen te gebruiken, zoals IP -adressen, die worden toegewezen aan apparaten en hun locatie binnen een netwerk vertegenwoordigen.
* Gegevenslinklaag maakt gebruik van fysieke adressen: De datalinklaag, die onder de netwerklaag ligt, is verantwoordelijk voor het verwerken van de overdracht van gegevensframes binnen een lokaal netwerk. Het maakt gebruik van fysieke adressen (MAC -adressen) om specifieke apparaten op hetzelfde netwerksegment te identificeren.
* De rol van ARP: Wanneer een netwerklaagpakket naar een specifieke bestemming moet worden verzonden, gebruikt het het IP -adres van de bestemming. Om de gegevens daadwerkelijk te verzenden, heeft de datalinklaag echter het fysieke adres nodig (MAC -adres). Het adresresolutieprotocol (ARP) wordt gebruikt om het IP -adres in een MAC -adres te vertalen.
Samenvattend:
* De netwerklaag behandelt logische adressering (IP -adressen) voor het routeren van pakketten via netwerken.
* De datalinklaag behandelt fysieke adressen (MAC -adressen) voor gegevensoverdracht binnen een lokaal netwerk.
* ARP overbrugt de kloof tussen deze twee lagen door IP -adressen te vertalen in MAC -adressen. |