Een routeringstabelitem bevat doorgaans de volgende informatie:
- IP-adres/voorvoegsel van bestemming :dit is het IP-adres of voorvoegsel van het bestemmingsnetwerk dat de router probeert te bereiken.
- IP-adres volgende hop :dit is het IP-adres van de volgende router of gateway waarnaar de router pakketten moet sturen die bestemd zijn voor het bestemmingsnetwerk.
- Interface :dit is de interface op de router die moet worden gebruikt om pakketten te verzenden die bestemd zijn voor het bestemmingsnetwerk.
- Statistiek :dit is een waarde die de kosten of afstand tot het bestemmingsnetwerk aangeeft. De statistiek kan gebaseerd zijn op verschillende factoren, zoals bandbreedte, latentie, aantal hops, enz.
- Vlaggen :dit zijn speciale markeringen of indicatoren die aanvullende informatie geven over de routeringstabelinvoer. Vlaggen kunnen bijvoorbeeld aangeven of de route statisch of dynamisch is, of deze de voorkeur heeft of niet, etc.
- Tijdstempel :dit geeft aan wanneer de routeringstabelinvoer voor het laatst is bijgewerkt of geleerd.
Sommige routeringstabellen kunnen ook aanvullende informatie bevatten, zoals de bron van de route (bijv. BGP, OSPF, enz.) of de administratieve afstand (een maatstaf voor de betrouwbaarheid van de route). |