Een computersysteem is een reeks geïntegreerde componenten die samenwerken om een specifieke taak te volbrengen. Een computersysteem bestaat doorgaans uit een centrale verwerkingseenheid (CPU), geheugen, invoerapparaten, uitvoerapparaten en opslagapparaten. De CPU is het brein van de computer en regelt de stroom van gegevens en instructies. In het geheugen worden gegevens en instructies opgeslagen die door de CPU worden verwerkt. Met invoerapparaten kan de gebruiker gegevens in de computer invoeren, terwijl met uitvoerapparaten de computer gegevens kan weergeven of afdrukken. Opslagapparaten slaan gegevens op die momenteel niet door de CPU worden verwerkt.
Een gebaseerd systeem is een type computersysteem dat is ontworpen om een specifieke taak uit te voeren. Een gebaseerd systeem bestaat doorgaans uit een centrale verwerkingseenheid (CPU), geheugen, invoerapparaten, uitvoerapparaten en opslagapparaten. Een gebaseerd systeem is echter ontworpen om een specifieke taak uit te voeren, zoals het besturen van een robot of het beheren van een netwerk. Een gebaseerd systeem is niet zo flexibel als een computer voor algemeen gebruik, maar is efficiënter in het uitvoeren van specifieke taken.
Hier is een tabel die de belangrijkste verschillen tussen computersystemen en gebaseerde systemen samenvat:
| Kenmerk | Computersysteem | Gebaseerd systeem |
|---|---|---|
| Doel | Algemeen gebruik | Specifiek doel |
| Flexibiliteit | Flexibel | Minder flexibel |
| Efficiëntie | Minder efficiënt | Efficiënter |
| Kosten | Duurder | Minder duur |
Over het algemeen zijn computersystemen veelzijdiger en kunnen ze voor een breder scala aan taken worden gebruikt. Gebaseerde systemen zijn echter efficiënter in het uitvoeren van specifieke taken en zijn doorgaans goedkoper. |