Besturingssysteem met één taak: een type besturingssysteem dat slechts één programma tegelijk kan uitvoeren. Wanneer een programma een instructie vereist, moet de CPU die instructie uitvoeren voordat een ander programma kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat als een programma veel CPU-bronnen gebruikt, dit kan voorkomen dat andere programma's soepel werken.
Hier volgen enkele kenmerken van besturingssystemen met één taak:
- Er kan slechts één programma tegelijk worden uitgevoerd: Dit is het belangrijkste kenmerk van besturingssystemen met één taak. De CPU kan slechts één instructie van één programma tegelijk uitvoeren.
- Geen preventieve multitasking: Besturingssystemen met één taak ondersteunen geen preventieve multitasking. Dit betekent dat een programma niet midden in de uitvoering ervan kan worden gestopt om een ander programma te laten draaien.
- Eenvoudig geheugenbeheer: Besturingssystemen met één taak maken gebruik van eenvoudige technieken voor geheugenbeheer, zoals vaste partities of aaneengesloten toewijzing. Dit komt omdat het niet nodig is om meerdere programma's tegelijkertijd te ondersteunen.
- Lage overhead: Besturingssystemen met één taak hebben een lage overhead omdat ze niet meerdere processen of contextwisselingen hoeven te beheren. Dit maakt ze geschikt voor gebruik op kleine embedded devices.
Besturingssystemen met één taak werden vaak gebruikt in de begindagen van de computer, toen computers over beperkte bronnen beschikten en niet meerdere programma's tegelijkertijd konden verwerken. Ze zijn echter grotendeels vervangen door multitasking-besturingssystemen, die meerdere programma's tegelijkertijd kunnen uitvoeren en een beter reactievermogen bieden. |