Een computer die als server wordt gebruikt, kan het beste worden gedefinieerd als een krachtige computer die is bedoeld voor het leveren van services aan andere computers (clients) via een netwerk . Dit onderscheidt hem van een typische desktop of laptop, die vooral wordt gebruikt voor individuele gebruikerstaken. De belangrijkste kenmerken zijn onder meer:
* Hoge verwerkingskracht en geheugen: Servers verwerken meerdere gelijktijdige verzoeken, waarvoor aanzienlijke bronnen nodig zijn.
* Robuuste opslagcapaciteit: Servers slaan vaak grote hoeveelheden gegevens op die toegankelijk zijn voor clients.
* Hoge betrouwbaarheid en uptime: Servers zijn ontworpen voor continu gebruik met functies zoals redundante componenten om downtime te minimaliseren.
* Gespecialiseerde software: Servers draaien software die is ontworpen voor specifieke netwerkdiensten (bijvoorbeeld webserving, e-mail, databases).
* Netwerkconnectiviteit: Servers zijn altijd verbonden met een netwerk en geconfigureerd om inkomende verbindingen te accepteren.
* Beveiligingsfuncties: Servers beschikken vaak over verbeterde beveiligingsmaatregelen om gevoelige gegevens te beschermen en ongeoorloofde toegang te voorkomen.
Hoewel fysieke vormfactoren kunnen variëren (op een rek gemonteerd, toren, blade), is het belangrijkste kenmerk zijn rol bij het leveren van diensten aan een netwerk van klanten. |