Faxapparaten maken niet op dezelfde manier gebruik van arrayscans als bijvoorbeeld een flatbedscanner met een lineaire CCD-array. In plaats daarvan gebruiken ze een proces dat dichter bij lijnscannen ligt .
Hier is hoe het werkt:
1. Het document: Het te faxen document wordt op een flatbedscanner in het faxapparaat geplaatst.
2. De lichtbron: Een lichtbron verlicht het document.
3. De sensor: Er wordt gebruik gemaakt van een enkele fotodetector (of een zeer kleine reeks, ook wel lijnsensor genoemd). Deze sensor scant niet de gehele paginabreedte tegelijk. In plaats daarvan scant het één regel tegelijk.
4. De mechanische beweging: Een motor beweegt de sensor (of het document) over de breedte van de pagina. Terwijl de sensor beweegt, leest hij het licht dat door elk punt langs de lijn wordt gereflecteerd. Hoe donkerder het punt, hoe minder licht er wordt gereflecteerd, wat resulteert in een ander signaal.
5. Regel voor regel: Nadat één regel is gescand, wordt de sensor of het document naar de volgende regel verplaatst en herhaalt het proces zich totdat de hele pagina is gescand.
6. Digitalisering: De intensiteit van het gereflecteerde licht wordt omgezet in een digitaal signaal dat de zwart-witte (of grijswaarden) waarden langs elke lijn vertegenwoordigt. Dit wordt vervolgens als fax verzonden.
Hoewel een *lineaire* reeks sensoren *zou kunnen worden gebruikt, is het dus geen "arrayscanning" in de zin van het in één keer vastleggen van een heel beeldvlak, zoals bij een digitale camerasensor met miljoenen pixels. Het proces van het faxapparaat is fundamenteel opeenvolgend, waarbij regel voor regel wordt gescand. |