Voetscanners maken, afhankelijk van hun doel, gebruik van verschillende technologieën. Er zijn verschillende typen, elk met een eigen werkwijze:
1. Voor podologisch/orthetisch gebruik: Deze scanners zijn bedoeld om een 3D-model van de voet te maken voor op maat gemaakte orthesen of schoenen. Veel voorkomende technologieën zijn onder meer:
* Optisch scannen: Hierbij wordt gebruik gemaakt van gestructureerd licht (vaak van een laser of projector) om een patroon op de voet te projecteren. Camera's leggen het vervormde patroon vast en geavanceerde software reconstrueert een 3D-model op basis van de vervorming. Dit gaat contactloos en relatief snel.
* Fotogrammetrie: Vergelijkbaar met optisch scannen, maar er worden meerdere foto's gebruikt die vanuit verschillende hoeken zijn genomen om het 3D-model te creëren. Hiervoor is vaak geen gespecialiseerde apparatuur nodig, alleen goede verlichting en camera's.
* Druktoewijzing: Deze systemen creëren geen 3D-vorm, maar meten in plaats daarvan de drukverdeling over de voet. Ze gebruiken een drukgevoelige mat of binnenzool met veel sensoren. De gegevens onthullen gebieden met hoge en lage druk, wat nuttig is voor het identificeren van fasciitis plantaris, eeltknobbels en andere voetproblemen. Vaak wordt dit gecombineerd met andere scanmethoden voor een completer beeld.
2. Voor beveiliging/biometrische identificatie: Deze scanners worden gebruikt voor toegangscontrole en identificatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van unieke voetkenmerken. Ze gebruiken meestal:
* 3D-scannen: Deze creëren, net als de podotherapeutische scanners, een driedimensionale weergave van de voet. De unieke contouren en kenmerken worden gebruikt voor identificatie. Dit is nauwkeuriger, maar ook duurder en complexer.
* 2D-scannen: Hiermee wordt een voetafdrukbeeld vastgelegd, vergelijkbaar met een vingerafdruk, maar minder nauwkeurig. De unieke kenmerken van de boog, hiel en tenen worden gebruikt voor identificatie. Het is minder duur, maar minder veilig dan 3D-scannen.
Over het algemeen omvat het proces doorgaans het volgende:
1. Voetplaatsing: De gebruiker plaatst zijn voet op het scanplatform of de scanmat.
2. Scannen: De scanner legt de gegevens vast met behulp van de gekozen technologie (licht, druk, enz.).
3. Gegevensverwerking: De software verwerkt de ruwe gegevens om een 3D-model of drukkaart te creëren.
4. Analyse/uitvoer: Afhankelijk van het doel van de scanner worden de resultaten weergegeven als een 3D-model, drukkaart, biometrische gegevens of een rapport dat een behandeling of orthetisch ontwerp suggereert.
Het is belangrijk op te merken dat de nauwkeurigheid en details van de scan sterk variëren, afhankelijk van de technologie en de kwaliteit van de scanner. Geavanceerde scanners die voor medische toepassingen worden gebruikt, bieden veel meer details dan eenvoudigere beveiligingsscanners. |