Een scanner wordt in de eerste plaats beschouwd als een input apparaat. Dit is waarom:
* invoer: Scanners leggen informatie van de fysieke wereld vast (zoals een document of foto) en converteren deze in een digitaal formaat (zoals een bestand). Deze digitale gegevens worden vervolgens naar een computer verzonden voor verwerking, waardoor het een invoer is.
* Uitvoer: Scanners produceren zelf geen fysieke output. Ze printen, weergeven of maken niets direct af. De output komt van de computer nadat deze de gescande gegevens heeft verwerkt.
Denk er op deze manier aan:
* U gebruikt een scanner om te lezen Een document en verzenden Die informatie naar uw computer.
* Uw computer vervolgens processen De gescande gegevens en kunnen output Het op verschillende manieren (zoals het weergeven op het scherm, het afdrukken of opslaan als een bestand).
Dus, hoewel de scanner cruciaal is voor het hele proces, is het de computer die daadwerkelijk de uitvoerfuncties uitvoert. |