Het moederbord speelt een belangrijke rol bij het bepalen welke harde schijven kunnen worden geïnstalleerd, maar dicteert dit niet helemaal. Hier is een overzicht:
* Interface: Het moederbord bepaalt welk *type* harde schijfinterface het ondersteunt. Veel voorkomende interfaces zijn SATA (SATA II, SATA III), NVMe (PCIe) en oudere interfaces zoals IDE (ATA). Een moederbord met alleen SATA-poorten werkt niet met een NVMe-schijf (hoewel er *mogelijk* een adapter bestaat, is dit niet gegarandeerd).
* Aantal poorten: Het moederbord beperkt het aantal harde schijven dat je tegelijkertijd kunt aansluiten. Als het moederbord slechts twee SATA-poorten heeft, kunt u slechts twee SATA-schijven aansluiten (tenzij u een SATA-uitbreidingskaart gebruikt).
* Vormfactor: Hoewel het tegenwoordig minder vaak voorkomt, kunnen sommige oudere moederborden fysieke beperkingen hebben waardoor bepaalde schijfformaten niet passen. Bij moderne 2,5"- en 3,5"-schijven is dit minder een probleem.
* Voeding: Hoewel dit niet direct een beperking van het moederbord is, moet de op het moederbord aangesloten voeding voldoende stroom leveren voor alle aangesloten schijven. Een voeding met een laag wattage kan mogelijk niet meerdere grote harde schijven aan, zelfs als het moederbord over de poorten beschikt om deze te ondersteunen.
* BIOS/UEFI-ondersteuning: De BIOS- of UEFI-firmware van het moederbord moet de interface en protocollen van de schijf herkennen en ondersteunen. Hoewel de meeste moderne moederborden een grote verscheidenheid aan schijven ondersteunen, kunnen er compatibiliteitsproblemen optreden met zeer oude of ongebruikelijke schijven.
Kortom, het moederbord definieert de *mogelijke* harde schijven, maar ook de voeding en BIOS/UEFI spelen een cruciale rol. Je hebt compatibiliteit tussen alle drie nodig. Als het moederbord een bepaalde interface ondersteunt (bijvoorbeeld SATA III), kunt u *elke* schijf gebruiken die die interface gebruikt en compatibel is met de voeding en BIOS/UEFI. |