Paden en tracert zijn beide netwerkdiagnostische hulpmiddelen die kunnen worden gebruikt om problemen met een netwerkverbinding te identificeren. Elke tool heeft echter zijn eigen sterke en zwakke punten, dus welke tool je het beste kunt gebruiken, hangt af van de specifieke situatie.
Paden is een geavanceerder hulpmiddel dan tracert en biedt meer gedetailleerde informatie over het pad dat pakketten afleggen tussen twee hosts. Pathping kan worden gebruikt om problemen zoals pakketverlies, hoge latentie en routewijzigingen te identificeren.
Tracert is een eenvoudiger hulpmiddel dan paden, en het is gemakkelijker te gebruiken. Tracert kan worden gebruikt om problemen zoals pakketverlies en hoge latentie te identificeren, maar biedt niet zoveel gedetailleerde informatie als padvorming.
Hier is een tabel met een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen pathping en tracert:
| Kenmerk | Pad | Tracert |
|---|---|---|
| Complexiteit | Geavanceerd | Eenvoudig |
| Verstrekte informatie | Gedetailleerd | Basis |
| Beste voor | Problemen identificeren zoals pakketverlies, hoge latentie en routewijzigingen | Problemen identificeren zoals pakketverlies en hoge latentie |
Wanneer moet u pad of tracert gebruiken
Hieronder volgen enkele voorbeelden van wanneer u mogelijk pathping of tracert wilt gebruiken:
* Wanneer u pakketverlies of hoge latentie ervaart op een netwerkverbinding.
* Wanneer u een probleem met een netwerkdienst oplost, zoals een website of e-mailserver.
* Wanneer u de beste route tussen twee hosts probeert te vinden.
Als u niet zeker weet welke tool u moet gebruiken, kunt u beginnen met tracert. Als tracert niet voldoende informatie biedt, kunt u pathping proberen.
Hier volgen enkele aanvullende tips voor het gebruik van pathping en tracert:
* Gebruik de `-n` optie om IP-adressen om te zetten in hostnamen.
* Gebruik de `-q` optie om dubbele regels te onderdrukken.
* Gebruik de optie `-w` om een time-outwaarde op te geven.
* Gebruik de `-l` optie om het maximale aantal hops op te geven dat moet worden doorlopen.
* Gebruik de optie `-r` om het aantal te verzenden pakketten op te geven. |