| Een computerregister ziet er niet uit in de fysieke zin die u zich waarschijnlijk voorstelt. Het is geen klein doosje of een wijzerplaat. Het is een verzameling bits (binaire cijfers, 0 of 1) geïmplementeerd met behulp van fysieke componenten binnen de CPU (Central Processing Unit). Deze componenten kunnen zijn:
* Slippers: Dit zijn fundamentele elektronische circuits die één bit kunnen opslaan. Registers zijn in wezen groepen flip-flops. Beschouw ze als kleine schakelaars die aan (1) of uit (0) kunnen staan.
* Transistors: Op een lager niveau zijn flip-flops zelf opgebouwd uit transistors. Dit zijn halfgeleiderapparaten die fungeren als elektronische schakelaars.
Dus als je *in* een CPU zou kijken (wat je niet gemakkelijk kunt doen zonder gespecialiseerde apparatuur), zou je geen duidelijk afgebakende "registers" zien. Je zou een complexe opstelling van transistors en andere componenten zien, en de registers zouden worden gedefinieerd door de manier waarop die componenten met elkaar zijn verbonden en worden bestuurd door de circuits van de CPU. Hun fysieke manifestatie is extreem klein – op nanoschaal.
In termen van een *conceptuele* weergave schetsen we ze vaak eenvoudigweg als vakken met de naam van het register (bijvoorbeeld `AX`, `PC`, `IR`), waarbij vaak het aantal bits wordt weergegeven dat het bevat (bijvoorbeeld een 32-bits register):
```
+--------+
| BIJL | <-- 32-bits register
+--------+
```
Dit diagram is puur een abstractie. Het vertegenwoordigt niet de daadwerkelijke fysieke structuur, maar slechts een logische weergave van hoe deze functioneert in de architectuur van de computer. De werkelijkheid is veel ingewikkelder. |