Computers zijn ongelooflijk snel en efficiënt in het uitvoeren van bepaalde taken, zoals complexe wiskundige berekeningen of het verwerken van grote hoeveelheden gegevens. Ze zijn echter niet ‘slim’ in de zin dat ze een algemeen begrip van de wereld hebben of het vermogen hebben om als mens te denken en redeneren.
Een tienjarig kind daarentegen heeft door zijn ervaringen, interacties en opleiding een aanzienlijke hoeveelheid kennis en vaardigheden ontwikkeld. Ze hebben een basiskennis van hun omgeving, kunnen communiceren en hun gedachten uiten, en kunnen leren en zich aanpassen aan nieuwe situaties.
Hoewel computers uitblinken in specifieke taken en kunnen worden geprogrammeerd om gespecialiseerde functies uit te voeren, missen ze nog steeds de uitgebreide intelligentie, creativiteit en emotioneel begrip waarover mensen beschikken. |