De volgorde voor het opstarten van een computer is als volgt:
1. Controleer de voeding. Zorg ervoor dat de voedingskabel goed op de computer en op een stopcontact is aangesloten.
2. Schakel de stroom in. Druk op de aan/uit-knop op de computerkast. De computer zal beginnen op te starten.
3. Luister naar de piepcode. De computer laat tijdens het opstarten een reeks pieptonen horen. Deze pieptonen worden piepcodes genoemd en kunnen de status van de computerhardware aangeven.
4. Wacht tot de computer is geïnitialiseerd. De computer initialiseert de hardware en software. Dit proces kan enkele minuten duren.
5. Zoek naar het logo van het besturingssysteem. Het logo van het besturingssysteem verschijnt op het scherm wanneer de computer klaar is met initialiseren.
6. Voer uw wachtwoord in. Als de computer met een wachtwoord is beveiligd, wordt u gevraagd uw wachtwoord in te voeren.
7. Wacht tot de computer is geladen. De computer laadt het besturingssysteem en alle programma's die zijn ingesteld om automatisch te starten.
8. Begin uw computer te gebruiken. Zodra de computer is geladen, kunt u deze gaan gebruiken. |