Een set computers die in één klaslokaal zijn aangesloten, is een voorbeeld van A Local Area Network (LAN) .
Dit is waarom:
* lokaal: De computers zijn fysiek dicht bij elkaar, in hetzelfde klaslokaal.
* Gebied: Het omvat een relatief klein geografisch gebied.
* Netwerk: De computers zijn onderling verbonden, waardoor ze middelen kunnen delen en communiceren.
Andere voorbeelden van LAN's zijn:
* Computers verbonden in een huis of kantoor
* Apparaten op een enkele verdieping van een gebouw
* Een netwerk van computers in een klein bedrijf |