Een computer die het netwerk niet mag gebruiken of alleen toegang heeft tot bepaalde bronnen, wordt vaak een werkstation genoemd , maar de details zijn afhankelijk van de context en de toegepaste beperkingen. Preciezere termen die kunnen worden gebruikt, zijn onder meer:
* Geïsoleerd werkstation: Dit benadrukt expliciet de scheiding tussen de computer en het netwerk.
* Air-gapped computer: Deze term verwijst naar een computer die geen enkele netwerkverbinding heeft en fysiek gescheiden is van enige netwerkinfrastructuur.
* Computer met beperkte toegang: Dit is een algemene term die beperkingen op de netwerktoegang aangeeft.
* Client met beperkte rechten: In een client-server-opstelling beschrijft dit een client met machtigingen om alleen toegang te krijgen tot specifieke serverbronnen.
De term 'werkstation' wordt vaak algemeen gebruikt, maar impliceert niet altijd de netwerkbeperkingen. De andere termen weerspiegelen nauwkeuriger de beperkingen op het gebied van beveiliging en netwerktoegang die u heeft beschreven. |