Apparaatbeheer in Windows configureert hardwarebronnen . Deze bronnen zijn de dingen die een apparaat nodig heeft om correct te functioneren, en omvatten:
* Onderbrekingsverzoek (IRQ): Een signaal dat de CPU onderbreekt om het verzoek van een apparaat af te handelen.
* Directe geheugentoegang (DMA): Hiermee kan een apparaat rechtstreeks toegang krijgen tot het systeemgeheugen zonder tussenkomst van de CPU, waardoor de gegevensoverdracht wordt versneld.
* Invoer/uitvoer (I/O)-poorten: Adressen die door apparaten worden gebruikt om met de CPU te communiceren.
* Geheugenadressen: Specifieke locaties in het RAM-geheugen die zijn toegewezen voor gebruik door een apparaat.
Hoewel Apparaatbeheer de *software* bronnen niet rechtstreeks op dezelfde manier beheert, is het van cruciaal belang op te merken dat de juiste toewijzing van hardwarebronnen essentieel is voor een goede interactie tussen software en de hardware. Een conflict in de toewijzing van bronnen kan ervoor zorgen dat een apparaat niet meer werkt of systeeminstabiliteit veroorzaakt. Daarom heeft het configureren van Apparaatbeheer indirect invloed op de softwarefunctionaliteit. |