Een ATM (Automated Teller Machine) bestaat uit een complex samenspel van hardware- en softwarecomponenten die samenwerken. Hier is een overzicht:
Hardwarecomponenten:
* Kaartlezer: Leest de magneetstrip en/of chip op de bankkaart van de klant om zijn identiteit te verifiëren.
* Toetsenbord: Hiermee kan de klant zijn pincode invoeren en transacties selecteren.
* Weergavescherm: Toont instructies, accountinformatie en transactiedetails aan de klant.
* Bonprinter: Drukt een ontvangstbewijs af ter bevestiging van de transactie.
* Geldautomaat: Geeft contant geld aan de klant. Dit omvat vaak een mechanisme om bankbiljetten te tellen en te stapelen.
* Stortingsruimte: Accepteert contant geld en/of cheques als borg (afhankelijk van het geldautomaatmodel).
* Interne communicatiemodules: Verzorgt de communicatie met het centrale systeem van de bank (vaak via inbelverbindingen, huurlijnen of Ethernet-verbindingen). Dit omvat modems, netwerkinterfacekaarten (NIC's) en mogelijk satellietcommunicatiesystemen op afgelegen locaties.
* Voeding: Voorziet alle componenten van elektriciteit. Dit omvat vaak back-upbatterijsystemen om de werking tijdens stroomuitval te garanderen.
* Beveiligingscomponenten: Inclusief fraudebestendige behuizing, sensoren om inbraak of andere inbreuken op de beveiliging te detecteren, en mogelijk bewakingscamera's.
* Verwerkingseenheid (CPU): Een microprocessor die alle andere componenten aanstuurt en de ATM-software uitvoert. Dit is in wezen het ‘brein’ van de machine.
* Geheugen (RAM en ROM): RAM bevat tijdelijke gegevens, terwijl ROM het besturingssysteem van de geldautomaat en andere essentiële software opslaat.
* Harde schijf (of gelijkwaardige opslag): Slaat transactiegegevens tijdelijk op voordat deze naar het centrale systeem van de bank worden verzonden. Moderne geldautomaten kunnen gebruik maken van solid-state drives (SSD's) voor een snellere en betrouwbaardere werking.
Softwarecomponenten:
* Besturingssysteem (OS): De basissoftware die de hardware van de geldautomaat beheert en een omgeving biedt waarin andere applicaties kunnen worden uitgevoerd. Dit is vaak een gespecialiseerd real-time besturingssysteem (RTOS) ontworpen voor embedded systemen.
* Transactieverwerkingssoftware: Verwerkt de kernfunctionaliteit van de geldautomaat, inclusief gebruikersauthenticatie, transactieverwerking, gelduitgifte en afdrukken van bonnen.
* Communicatiesoftware: Beheert de communicatie met het centrale systeem van de bank, draagt transactiegegevens over en ontvangt updates.
* Beveiligingssoftware: Versleutelt gevoelige gegevens, controleert op beveiligingsinbreuken en handhaaft beveiligingsprotocollen.
* Applicatiesoftware: Biedt de gebruikersinterface en beheert specifieke functionaliteiten zoals saldo-aanvragen, geldopnames en stortingen.
* Diagnostische en monitoringsoftware: Volgt de status van de geldautomaat, identificeert potentiële problemen en geeft waarschuwingen aan onderhoudspersoneel. Dit omvat vaak mogelijkheden voor diagnose op afstand.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke hardware en software die in een geldautomaat wordt gebruikt, kan variëren, afhankelijk van de fabrikant, het model en de vereisten van de bank. De trend gaat richting meer geavanceerde, op een netwerk aangesloten geldautomaten met verbeterde beveiliging en functies. |