Netwerkbesturingssystemen (NOS) werden niet volledig uitgefaseerd toen gedistribueerde systemen aan populariteit wonnen, maar hun *rol* en *dominantie* namen aanzienlijk af. De relatie is meer een accentverschuiving en architectuur dan een volledige vervanging. Dit is waarom:
* Gecentraliseerde versus gedecentraliseerde controle: NOS's, zoals Novell NetWare of oudere versies van Windows Server, vertrouwden op een centrale server om bronnen (bestanden, printers, enz.) voor clients op het netwerk te beheren. Gedistribueerde systemen daarentegen verdelen de verwerking en het gegevensbeheer over meerdere onderling verbonden computers, waardoor de afhankelijkheid van één enkel storingspunt wordt verminderd. Deze decentralisatie bood grotere schaalbaarheid, veerkracht en flexibiliteit.
* Client-server versus peer-to-peer en meer geavanceerde architecturen: De NOS's maakten voornamelijk gebruik van een client-servermodel, waarbij clients bronnen opvroegen bij een centrale server. Gedistribueerde systemen omvatten een breder scala aan architecturen, waaronder peer-to-peer (waarbij computers hulpbronnen gelijkelijk delen) en complexere modellen zoals microservices en cloud computing, waardoor meer dynamische en aanpasbare systemen mogelijk zijn.
* Opkomst van internet en webservices: Door de groei van internet en webdiensten verschoof de focus van het delen van bestanden en afdrukken (de traditionele kracht van de NOS) naar applicatiegerichte netwerken. Gedistribueerde systemen, met hun vermogen om complexe applicaties te ondersteunen en werklasten te verdelen, werden veel beter geschikt voor dit nieuwe landschap.
* Verbeterde hardware en virtualisatie: Vooruitgang op het gebied van hardware, vooral snellere processors en netwerken, maakte gedistribueerde systemen praktischer en efficiënter. Virtualisatietechnologie maakte de creatie van virtuele servers mogelijk, waardoor het beheer van gedistribueerde bronnen werd vereenvoudigd en de implementatie van gedistribueerde applicaties beter beheersbaar werd.
* Software Defined Networking (SDN) en de evolutie ervan: De flexibiliteit van SDN overtreft traditionele netwerkbesturingssystemen. Door het besturingsvlak te scheiden van het datavlak, maakt SDN dynamische controle van netwerkverkeer in complexe gedistribueerde architecturen mogelijk.
Kortom, NOS's bleven relevant voor eenvoudigere netwerkconfiguraties en specifieke taken, maar gedistribueerde systemen boden superieure schaalbaarheid, fouttolerantie en aanpassingsvermogen voor complexere en veeleisende toepassingen. Ze werden niet rechtstreeks vervangen, maar hun positie als het dominante netwerkparadigma werd overschaduwd. Veel aspecten van de NOS-functionaliteit zijn nu geïntegreerd binnen de bredere context van gedistribueerd systeembeheer. Moderne cloudplatforms omvatten bijvoorbeeld aspecten van resourcebeheer en beveiliging die ooit uitsluitend het domein van de NOS waren. |