Er zijn verschillende gestandaardiseerde procedures voor de communicatie tussen netwerkapparaten. Deze omvatten:
1. Transmissiecontroleprotocol (TCP) :TCP is een verbindingsgericht transportlaagprotocol dat zorgt voor een betrouwbare en geordende levering van gegevens. Het brengt een virtueel circuit tot stand tussen twee hosts en gebruikt volgnummers en bevestigingen om ervoor te zorgen dat gegevens correct worden afgeleverd.
2. Gebruikersdatagramprotocol (UDP) :UDP is een verbindingsloos transportlaagprotocol dat onbetrouwbare en ongeordende levering van gegevens mogelijk maakt. Er wordt geen virtueel circuit tot stand gebracht en er worden geen volgnummers of bevestigingen gebruikt. UDP wordt vaak gebruikt voor toepassingen die een snelle gegevensoverdracht vereisen en gegevensverlies kunnen tolereren, zoals spraak- en videostreaming.
3. Internetprotocol (IP) :IP is een netwerklaagprotocol dat datapakketten tussen hosts routeert. Het maakt gebruik van het concept van adressering om hosts op een netwerk te identificeren en biedt een best-effort-bezorgservice.
4. Adresresolutieprotocol (ARP) :ARP is een linklaagprotocol dat IP-adressen toewijst aan fysieke (MAC-)adressen. Wanneer een host gegevens naar een andere host wil verzenden, gebruikt hij ARP om het IP-adres van de bestemmingshost om te zetten in zijn fysieke adres.
5. Internet Control Message Protocol (ICMP) :ICMP is een netwerklaagprotocol dat foutrapportage en controleberichten tussen hosts en routers verzorgt. Het kan worden gebruikt om fouten te melden, zoals pakketverlies of congestie, en om informatie over het netwerk op te vragen, zoals de maximale transmissie-eenheid (MTU).
6. Domeinnaamsysteem (DNS) :DNS is een hiërarchisch naamgevingssysteem dat domeinnamen aan IP-adressen koppelt. Wanneer een gebruiker een domeinnaam in een webbrowser invoert, vertaalt DNS de domeinnaam naar het bijbehorende IP-adres, zodat de browser verbinding kan maken met de juiste server.
7. Hypertext Transfer Protocol (HTTP) :HTTP is een applicatielaagprotocol dat definieert hoe webbrowsers en webservers communiceren. Het wordt gebruikt om webpagina's en andere bronnen via internet aan te vragen en te leveren.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele gestandaardiseerde procedures die worden gebruikt voor de communicatie tussen netwerkapparaten. Deze protocollen vormen de basis voor de betrouwbare en efficiënte werking van internet en andere netwerken. |