Netwerklaag
- Verantwoordelijk voor het verplaatsen van gegevenspakketten, of datagrammen, van het ene apparaat naar het andere.
- Voert routering uit en vindt het beste pad over een netwerk op basis van het bestemmings-IP-adres.
- Biedt pakketschakeling, waarbij informatie in pakketten wordt verdeeld en de beste, meest efficiënte route wordt bepaald om deze te verzenden; maakt het mogelijk om informatie in kleinere stukken op te splitsen en over een netwerk te multiplexen.
- Voert congestiecontrole en foutcorrectie uit, beheert het verkeer om te voorkomen dat er te veel pakketten tegelijkertijd over het netwerk worden verzonden en zorgt ervoor dat beschadigde gegevens correct worden ontvangen.
- Maakt gebruik van IP (Internet Protocol) en ICMP (Internet Control Message Protocol).
Voorbeelden van netwerkapparaten die op deze laag werken zijn routers en switches. |