In het gedicht 'To a Mouse' van Robert Burns drukt de spreker uit dat de muis 'gezegend' is vergeleken met hem, omdat de muis zich alleen maar zorgen hoeft te maken over het onmiddellijke heden. Het leven van de muis is eenvoudiger; haar plannen beperken zich tot de basisbehoeften om te overleven:het vinden van voedsel en onderdak. Zijn woning, hoewel verwoest door de ploeg, vertegenwoordigt niet een leven vol geruïneerde ambities en mislukte hoop, zoals die van de spreker.
De spreker, een mens, gaat gebukt onder vooruitziendheid en reflectie. Hij begrijpt de complexiteit van het menselijk leven, inclusief de verwoesting van verloren arbeid en het gewicht van fouten uit het verleden en toekomstige onzekerheden. Het eenvoudige bestaan van de muis, vrij van dergelijke zorgen, is ironisch genoeg een bron van jaloezie voor de spreker. Zijn 'zegen' is relatief – het is een zegen *vergeleken met de belaste menselijke conditie van de spreker*. |