Muizen die door doolhoven navigeren, vertonen een combinatie van verschillende soorten gedrag, afhankelijk van de complexiteit van het doolhof en de ervaring van de muis:
* Trial-and-error leren (operante conditionering): Muizen verkennen het doolhof aanvankelijk willekeurig. Succesvolle paden die naar beloning leiden (bijvoorbeeld voedsel) worden versterkt, waardoor deze gedragsreacties worden versterkt. Mislukte paden worden in de loop van de tijd verzwakt. Dit is een fundamenteel aspect van het leren van doolhoven bij muizen.
* Ruimtelijk leren: Muizen ontwikkelen een cognitieve kaart van de ruimtelijke indeling van het doolhof. Ze leren de relaties tussen verschillende locaties en gebruiken deze kaart om efficiënt te navigeren, in plaats van uitsluitend te vertrouwen op het onthouden van een specifieke reeks bochten. Dit omvat het gebruik van signalen zoals muren, oriëntatiepunten en zelfs reukinformatie.
* Plaats leren: Dit is een specifiek type ruimtelijk leren waarbij het dier de locatie van een doel (bijvoorbeeld de beloning) leert in relatie tot signalen uit de omgeving. Ze leren niet alleen een reeks beurten, maar ook de locatie van het doel in de omgeving.
* Respons leren (gewoontevorming): In eenvoudigere doolhoven, of na uitgebreide training, kunnen muizen de ‘gewoonte’ ontwikkelen om een specifieke reeks beurten te volgen, ongeacht hun ruimtelijke locatie binnen het doolhof. Dit wordt minder relevant in complexe doolhoven waar een cognitieve kaart voordeliger is.
* Latent leren: Dit verwijst naar leren dat plaatsvindt zonder onmiddellijke versterking. Een muis kan schijnbaar willekeurig een doolhof verkennen zonder beloning, maar als er later een beloning wordt geïntroduceerd, leert hij sneller dan een muis zonder voorafgaande blootstelling. De eerdere verkenning hielp bij het creëren van een cognitieve kaart.
Het is belangrijk op te merken dat het relatieve belang van deze verschillende soorten leren kan variëren, afhankelijk van factoren zoals het type doolhof, de aan- of afwezigheid van beloningen, de eerdere ervaring van de muis en zelfs individuele verschillen in leervermogen. |