* Eenvoudiger ontwerp en minder componenten: Laptops moeten al hun componenten (scherm, toetsenbord, batterij, trackpad, enz.) integreren in een compact en draagbaar chassis. Dit vereist meer geavanceerde techniek, kleinere, meer gespecialiseerde (en dus vaak duurdere) componenten en complexere productieprocessen. Desktops daarentegen gebruiken standaard, kant-en-klare componenten en een eenvoudiger ontwerp, waardoor de productiekosten worden verlaagd.

* Componentkosten: Veel laptopcomponenten zijn duurder, simpelweg vanwege hun kleinere formaat en stroomvereisten. Een laptopmoederbord is bijvoorbeeld duurder dan een desktopmoederbord met vergelijkbare mogelijkheden. Laptops gebruiken ook vaak duurdere SSD's vanwege hun formaat en vormfactor.

* Lagere productieoverhead: Het productieproces voor een desktop is doorgaans eenvoudiger en minder arbeidsintensief dan voor een laptop, wat tot lagere productiekosten leidt.

* Minder R&D: Er gaat minder onderzoek en ontwikkeling naar het creëren van het chassis en het compacte ontwerp van een desktop. De nadruk ligt vooral op de prestaties van de afzonderlijke componenten.

* Concurrentie en marktsegmentatie: De desktopmarkt is zeer competitief, waardoor de prijzen dalen. Omdat de componenten grotendeels modulair zijn, is het eenvoudiger om prijzen aan te passen op basis van de vraag. De laptopmarkt kent zijn eigen concurrentie, maar de integratie van componenten maakt het moeilijker om op dezelfde manier goedkopere alternatieven aan te bieden.

* Geen batterij en voeding: Laptops hebben een ingebouwde batterij en een efficiëntere voeding nodig, wat de kosten verhoogt. Desktops zijn meestal afhankelijk van een standaard, goedkopere voeding.

Kortom, de extra techniek, complexiteit van de productie, geminiaturiseerde componenten en ingebouwde functies van een laptop verhogen de kosten aanzienlijk in vergelijking met een desktop met vergelijkbare verwerkingskracht.