1. Schakel de printer uit en koppel deze los van de voedingsbron.

2. Open de klep van de printer.

3. Zoek de vastgelopen inktcartridge. Het is de inktcartridge die niet goed in de sleuf zit.

4. Til de inktcartridge voorzichtig uit de sleuf. Zorg ervoor dat u de inktsproeiers of de metalen contactpunten op de inktcartridge niet aanraakt.

5. Inspecteer de inktcartridge op eventuele schade. Als de inktcartridge beschadigd is, moet u deze vervangen.

6. Verwijder eventuele stukjes papier of ander vuil dat de sleuf voor de inktcartridge zou kunnen blokkeren.

7. Plaats de inktcartridge terug in de sleuf. Zorg ervoor dat de inktcartridge goed in de sleuf zit.

8. Sluit de klep van de printer.

9. Zet de printer aan en sluit hem opnieuw aan op de voedingsbron.

Als de printer nog steeds niet werkt, moet u mogelijk contact opnemen met de klantenservice van Canon voor verdere hulp.