De touchscreenfunctionaliteit van een iPad is afhankelijk van een technologie die een capacitief touchscreen wordt genoemd . Hier is hoe het werkt:
1. Capacitieve laag: De buitenste laag van het scherm van de iPad is een dunne laag elektrisch geleidend materiaal, meestal indiumtinoxide (ITO). Deze laag is een condensator.
2. Elektrisch veld: Deze geleidende laag wordt geladen met een kleine elektrische stroom.
3. Aanraakdetectie: Wanneer een vinger (of een capacitieve stylus) het scherm aanraakt, verstoort de capaciteit van de vinger (het vermogen om elektrische energie op te slaan) het elektrische veld in dat specifieke gebied. De verandering in het elektrische veld wordt gedetecteerd door een controller.
4. Locatie-identificatie: De controller meet nauwkeurig de verandering in capaciteit en de locatie ervan op het scherm. Deze informatie wordt vervolgens gebruikt om precies te bepalen waar de aanraking heeft plaatsgevonden.
5. Signaalverwerking: De controller stuurt deze locatiegegevens naar de processor van de iPad, die de aanraking als invoer interpreteert en de bijbehorende actie uitvoert (bijvoorbeeld een app openen, een brief typen).
In wezen fungeert uw vinger als een geleider, voltooit een circuit en verandert het elektrische veld van de capacitieve laag. De geavanceerde elektronica van de iPad detecteert deze verandering en vertaalt deze in bruikbare input.
In tegenstelling tot resistieve touchscreens (oudere technologie) zijn capacitieve touchscreens gevoeliger, duurzamer en reageren ze nauwkeuriger op aanraking. Ze vereisen ook niet de directe druk die nodig is voor resistieve schermen. |