Op een Ford Focus uit 2000 (en de meeste voertuigen) dienen de invoer- en uitvoersnelheidssensoren zeer verschillende doeleinden met betrekking tot de transmissie:
* Ingangssnelheidssensor (ISS): Deze sensor meet de snelheid van de ingaande as naar de transmissie. Deze as is rechtstreeks verbonden met de krukas van de motor (via de koppeling). De primaire functie van het ISS is om de PCM (Powertrain Control Module) te vertellen hoe snel de motor draait *ten opzichte van de transmissie*. Deze gegevens zijn van cruciaal belang voor:
* Automatische transmissiecontrole: De PCM gebruikt deze informatie om het schakelen, het blokkeren van de koppelomvormer en andere transmissiefuncties te regelen. Een onnauwkeurig ISS-signaal kan leiden tot ruw schakelen, vertraagd schakelen of transmissieproblemen.
* Berekening van de voertuigsnelheid (back-up): Terwijl de voertuigsnelheidssensor (VSS) de primaire bron is voor de voertuigsnelheid, kan het ISS een back-upsignaal leveren.
* Antiblokkeerremsysteem (ABS): In sommige gevallen kan het ISS bijdragen aan de berekeningen van het ABS-systeem.
* Uitgangssnelheidssensor (OSS): Deze sensor meet de snelheid van de uitgaande as van de transmissie. Dit is de as die de wielen via de aandrijfas aandrijft. Het belangrijkste doel van de OSS is om:
* Berekening van voertuigsnelheid (primair): De OSS is doorgaans de *primaire* bron van voertuigsnelheidsinformatie voor de snelheidsmeter, cruisecontrol en andere systemen. De PCM gebruikt deze gegevens om te bepalen hoe snel de auto daadwerkelijk rijdt.
* Verzendcontrole (secundair): Hoewel niet zo cruciaal als de rol van het ISS, kan de informatie van de OSS door de PCM worden gebruikt om de transmissiefunctie te controleren en problemen zoals slippen op te sporen.
In het kort: Het ISS vertelt de PCM hoe snel de motor draait ten opzichte van de transmissie, terwijl de OSS de PCM vertelt hoe snel de wielen draaien. Beide zijn belangrijk voor verschillende aspecten van de transmissiecontrole en de werking van het voertuig, maar de OSS is meestal de meest kritische van de twee voor het bepalen van de voertuigsnelheid. Een defecte sensor op beide locaties kan een controlelampje activeren en rijproblemen veroorzaken. |