De termen "invoerbewegingskracht" en "uitvoerbewegingskracht" beschrijven de krachten die betrokken zijn bij een mechanisch systeem, meestal een systeem dat een mechanisme gebruikt om beweging of kracht te transformeren. Het zijn relatieve termen, wat betekent dat hun betekenis afhangt van welk deel van het systeem u zich richt.
* Invoerbewegingskracht: Dit is de kracht die *op* het systeem wordt uitgeoefend om de gewenste beweging of actie te initiëren. Het is de initiële oorzaak. Voorbeelden:
* Een hendel indrukken: De kracht waarmee uw hand de hendel naar beneden drukt, is de kracht van de invoerbeweging.
* Een slinger draaien: De kracht die op de slinger wordt uitgeoefend om deze te draaien, is de kracht van de invoerbeweging.
* Een zuiger in een motor: De druk van de uitzettende gassen die op de zuiger drukken, is de ingaande bewegingskracht.
* Elektrische motor: De elektromagnetische kracht in de motor is de ingaande bewegingskracht die de motoras aandrijft.
* Uitvoerbewegingskracht: Dit is de kracht die het systeem *produceert* als resultaat van de ingevoerde bewegingskracht. Het is het effect. Voorbeelden:
* Een hendel indrukken (vervolg): De kracht die door de hendel wordt uitgeoefend op het object dat hij beweegt, is de uitgaande bewegingskracht.
* Een slinger draaien (vervolg): De kracht die de kruk uitoefent op een aangesloten tandwiel of wiel is de uitgaande bewegingskracht.
* Een zuiger in een motor (vervolg): De kracht die door de zuiger op de drijfstang wordt overgebracht, is de uitgaande bewegingskracht. Dit kan verder worden omgezet om een krukas te laten draaien.
* Elektrische motor (vervolg): De rotatiekracht die op de as van de motor wordt uitgeoefend, is de uitgaande bewegingskracht.
Het is belangrijk op te merken dat de uitgaande bewegingskracht vaak qua grootte en/of richting verschilt van de invoerbewegingskracht. Dit verschil is te wijten aan het mechanische voordeel dat het mechanisme biedt (of het nadeel dat het oploopt). Een hefboom kan bijvoorbeeld de invoerkracht versterken, wat resulteert in een grotere uitvoerkracht, of hij kan kracht inruilen voor afstand (een kleinere uitvoerkracht over een grotere afstand). Tandwielen en katrollen vertonen dit gedrag ook. |