Veel objecten hebben een invoer, proces en uitvoer. Dit is een fundamenteel concept in het systeemdenken. Hier zijn enkele voorbeelden, gecategoriseerd voor de duidelijkheid:
Alledaagse voorwerpen:
* Wasmachine: Invoer:vuile kleding, wasmiddel, water; Proces:wassen, spoelen, centrifugeren; Output:Schone kleding
* Broodrooster: Invoer:Sneetjes brood; Werkwijze:Verwarmingselementen roosteren het brood; Uitgang:geroosterd brood
* Blender: Invoer:fruit, groenten, vloeistoffen; Proces:Messen mengen ingrediënten; Output:Smoothies of puree
* Automotor: Invoer:brandstof, lucht; Proces:Verbranding; Output:Mechanische energie (beweging)
* Koffiezetapparaat: Invoer:water, koffiedik; Proces:brouwen; Uitgang:koffie
Meer abstracte voorbeelden:
* Computer: Invoer:gebruikersopdrachten, gegevens; Proces:berekening, gegevensmanipulatie; Uitvoer:Resultaten, displays
* Menselijk lichaam: Input:voedsel, water, zuurstof; Proces:Spijsvertering, ademhaling, metabolisme; Output:Energie, afvalproducten
* Zakelijk: Input:Grondstoffen, arbeid, kapitaal; Proces:productie, marketing, verkoop; Output:goederen of diensten, winst
* Productiefabriek: Input:Grondstoffen, energie; Proces:Productieprocessen; Output:eindproducten
* Ecosysteem: Input:zonlicht, water, voedingsstoffen; Proces:fotosynthese, ontbinding; Output:Biomassa, zuurstof
Software en algoritmen:
* Sorteeralgoritme: Invoer:ongesorteerde lijst met getallen; Proces:Sorteerbewerking; Uitvoer:Gesorteerde lijst met getallen
* Functie (bij programmeren): Invoer:argumenten; Proces:Code-uitvoering; Uitvoer:retourwaarde
* Databasebeheersysteem (DBMS): Input:gebruikersvragen, gegevensupdates; Proces:opslag en ophalen van gegevens; Uitvoer:Zoekresultaten, bijgewerkte database
De sleutel is dat deze objecten iets opnemen (input), een actie of transformatie uitvoeren (proces) en als resultaat iets produceren (output). De complexiteit van de invoer, het proces en de uitvoer kan sterk variëren, afhankelijk van het object. |