Apparaten die worden gebruikt om onverwerkte gegevens te communiceren, zijn doorgaans gericht op de overdracht van ruwe gegevens, waardoor interpretatie of wijziging wordt geminimaliseerd of geëlimineerd. Het specifieke apparaat is sterk afhankelijk van het type gegevens en de transmissieafstand. Hier zijn een paar voorbeelden:
* Sensoren: Dit zijn de meest fundamentele apparaten. Ze detecteren rechtstreeks fysieke verschijnselen (temperatuur, druk, licht, enz.) en voeren ruwe analoge of digitale signalen uit die deze metingen vertegenwoordigen. Voorbeelden zijn onder meer thermokoppels, versnellingsmeters, fotodiodes en microfoons. Deze vereisen vaak een tussenapparaat (zoals een ADC) om het analoge signaal te vertalen naar iets dat bruikbaar is voor digitale transmissie.
* Data-acquisitie (DAQ)-systemen: Deze systemen verzamelen gegevens van meerdere sensoren, vaak tegelijkertijd. Ze kunnen een initiële conditionering uitvoeren (zoals versterking of filtering), maar het doel is om de ruwe gegevens te verwerven voor latere verwerking. Ze voeren doorgaans digitale gegevens uit via interfaces zoals USB, Ethernet of seriële poorten.
* Netwerkinterfacekaarten (NIC's): Hoewel deze gegevens op een laag niveau verwerken voor netwerkcommunicatie (bijvoorbeeld door headers en checksums toe te voegen), blijft de kerngegevenspayload grotendeels onverwerkt. Ze vergemakkelijken de overdracht van ruwe datastromen via netwerken.
* Glasvezelkabels en zendontvangers: Deze zenden onbewerkte digitale signalen (lichtpulsen) over lange afstanden uit met een hoge bandbreedte, minimale signaalverslechtering en hoge veiligheid. Ze worden vaak gebruikt in snelle datacenters en telecommunicatie-infrastructuur.
* Radiofrequentie (RF)-zendontvangers: Deze verzenden ruwe gegevens draadloos over verschillende frequentiebanden. Hoewel er enige verwerking plaatsvindt voor modulatie en demodulatie, worden de kerngegevens zelf vaak grotendeels onverwerkt totdat ze de ontvanger bereiken. Voorbeelden zijn onder meer de systemen die worden gebruikt in telemetriesystemen of teledetectie.
Het is van cruciaal belang om te begrijpen dat ‘onverwerkt’ relatief is. Zelfs ogenschijnlijk eenvoudige apparaten kunnen een minimale verwerking uitvoeren (bijvoorbeeld versterking, filtering of basiscodering). De sleutel is dat deze apparaten de fundamentele betekenis van de gegevens niet significant *interpreteren* of *wijzigen*. De verwerking gebeurt later, vaak op een computer of een gespecialiseerde gegevensverwerkingseenheid. |