Dit beschrijft een -systeem .
Dit is waarom:
* componenten: Een systeem bestaat uit afzonderlijke onderdelen (componenten) die elk een specifieke functie hebben.
* samenwerken: Deze componenten werken samen en werken samen om een groter, gedeeld doel te bereiken.
* invoer, verwerking, uitvoer: Het systeem neemt informatie op (invoer), manipuleert het (verwerking) en genereert resultaten (output).
Voorbeelden van systemen:
* Een auto: De motor, transmissie, wielen en stuurwiel zijn allemaal componenten die samenwerken om de auto te verplaatsen.
* Een computer: De CPU, het geheugen, de harde schijf en de monitor zijn componenten die informatie verwerken en aan de gebruiker presenteren.
* Een menselijk lichaam: Orgels zoals het hart, de longen en de hersenen werken samen om het leven te behouden.
De term "systeem" wordt breed gebruikt om alles te beschrijven met meerdere componenten die samenwerken voor een doel. |